De expertmeeting over de netwerkbenadering van PSO (Personnel Cooperation in Developing Countries) en MDF (Management for Development Foundation) op woensdag 13 april leverde veel boeiende discussies op.

 

Expert Meeting

 

 

De expertmeeting over de netwerkbenadering van PSO (Personnel Cooperation in Developing Countries) en MDF (Management for Development Foundation) op woensdag 13 april leverde veel boeiende discussies op.

 

Zijn netwerken te managen? Hebben we te maken met een hype van donoren? Wordt een netwerk van geïnspireerde mensen niet gewoon weer een organisatie zodra er een secretariaat wordt gevormd?

Zo’n 60 experts uit de wereld van ontwikkelingssamenwerking waren in het Utrechtse Hoog Brabant bijeen gekomen om over dit soort vragen te discussiëren. Als case studies vertelden Hedwich Bruggeman (AgriProFocus) en Rosemarie Wuite (NIZA / IANRA) hun verhaal. Ik mocht voor de theoretische omlijsting zorgen. “Networks: What’s So Different?”

 

AgriProFocus is in 2005 gelanceerd als stimulator van netwerken voor voedselproductie in Afrika, en brengt partijen bij elkaar die samen economische activiteiten willen ontwikkelen. APF is actief in zeven Afrikaanse landen, en daar komen er binnenkort nog enkele bij.

 

IANRA is een netwerk van partnerorganisaties in acht Afrikaanse landen, die bezig zijn met het beschermen van natuurlijke hulpbronnen. Zij proberen te voorkomen dat buitenlandse bedrijven mijnen, bos en viswater exploiteren ten koste van de lokale bevolking en de ecologie.

 

Twee uiteenlopende voorbeelden van netwerken.

APF functioneert in termen van de levende netwerken theorie als tijdelijk ‘vrije actor’ die de ruimte heeft om te doen wat nodig is om een netwerk goed te laten functioneren. Wat dat precies is kan geen stappenplan voorzien.APF krijgt hiervoor de ruimte zolang partners haar inzet waardeert. Ontegenzeggelijk heeft het APF team de politieke wind op dit moment mee. De Nederlandse en lokale (commerciële) partners investeren zelf in hun netwerk, en daar moet wederzijds voordeel uitkomen.

Voor partners van IANRA is het veel lastiger om aan fondsen te komen.

 

Idealen zoals gerechtigheid en een gezond milieu verkopen minder goed. Toch is het te eenvoudig om dan maar afhankelijk te blijven van de Nederlandse geldkraan.

Een expert van De Wilde Ganzen vertelde dat er ook lokaal wel bedrijven en welgestelde burgers zijn aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor hun eigen samenleving. Boeiend aan IANRA als netwerk is de stimulans voor de lokale partners die uitgaat van hun band met het internationale netwerk. IANRA wil vooral een solidariteitsbeweging zijn. IANRA besteedt tijd en aandacht aan reflectie op zijn rol. Deelname aan het PSO leertraject “The Healthy Networks Learning Programme” helpt daarbij.

 

Nee, vonden deelnemers, netwerken zijn geen hype maar de toekomst.

 

En eigenlijk ook al het verleden. We deden niet anders. Alleen lijkt het alsof de donoren steeds ‘blauwer’ gaan sturen, terwijl netwerken juist volgens de ‘rode kolom’ gestimuleerd moeten worden. (voor sturing volgens de blauwe en de rode kolom, zie mijn power point presentatie).

 

Sjaak Evers, een deelnemer, schreef een weblog over deze bijeenkomst.